Motorspuit Heemaf

Technische gegevens

Merk: Heemaf

Type:

Bouwjaar: 1920

In dienst: 1920

Korps: Bedrijfsbrandweer Heemaf

Opbouw: Heemaf

Eigenaar: Brandweermuseum H-S

Het verhaal achter de Heemaf

De HEEMAF (Hengelosche Electrische en Mechanische Apparaten Fabriek) beschikte vanaf 1920 over een eigen bedrijfsbrandweer. Waarschijnlijk spreken de motorbrandspuiten, branden en oefeningen het meest tot de verbeelding. Daar zal dan ook ruim aandacht aan besteed worden. Maar er waren meer aspecten. 

Middelen

Brandveiligheid begon op de werkplek.  Brandblussers bestonden al ruim voor de Tweede Wereldoorlog:

Behalve brandblussers waren ook aanwezig dekenkasten, lantaarns en brandkranen met een slang. Op een plattegrond stond aangegeven wat waar hoorde te zijn. Het behoorde tot de taken van de bedrijfsbrandweer om bij inspecties te controleren of deze middelen inderdaad nog aanwezig waren en ook om brandgevaarlijke situaties te melden.

Een motorbrandspuit  bestond uit een verbrandingsmotor die een pomp aandreef. Dit geheel was gemonteerd op een éénassige of tweeassige wagen die achter een auto of tractor of met handkracht naar de plaats des onheils getrokken werden. De motorbrandspuiten waren van slangen en een schijnwerper voorzien. De eerste motorbrandspuit werd in 1920 aangeschaft.

De motorspuit

Sinds 1938 waren er twee motorbrandspuiten. De oude werd  aangeduid als motorspuit en de nieuwe als schuimspuit.

De schuimspuit

Brandweerlieden

Er waren verschillende functies, zoals brandmeester, reserve-brandmeester, machinist, reserve-machinist, slangenvoerder en brandweerlieden “aan de straalpijp”. In elk geval in de jaren 1960-1969 werd er maandelijks vergaderd en werd er elke week een keer na werktijd geoefend:

Tegenover deze activiteiten stond geen geldelijke vergoeding. Wel werd elk jaar in een weekend een tweedaagse autoreis op kosten van de HEEMAF gemaakt. In zo’n weekend ging de helft (dat wil zeggen 5 man) op stap; de andere helft moest thuis blijven en daar bereikbaar zijn. In een andere weekend waren de rollen omgekeerd.

Soms worden bij de foto’s namen van vrijwillige brandweerlieden genoemd en is hun functie bij HEEMAF op de een of andere manier terug te vinden. Het blijken steeds mensen in hogere functies uit de fabriek te zijn, zoals de hoofdcontroleur van de Wikkelarij, de werkmeester van de Ponserij, een werkmeester van de leerlingenwerkplaats en een veiligheidsinspecteur. Kantoorpersoneel kwam er niet aan te pas. Al voor het pensioen, namelijk bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar, moest men afscheid nemen van de bedrijfsbrandweer:

Bij een brandalarm stonden de taken van te voren al vast: enkele brandweerlieden sloten gas, elektriciteit en water af. Ondertussen ging een ander groepje de brandspuit halen en de rest begaf zich meteen naar de plaats van de brand. Pas als het blussen begonnen was gingen de brandweerlieden om beurten hun brandweerkleding aantrekken. Zodoende is op de volgende foto nog een heer in pak en met hoed te zien:

In 1994 werd de bedrijfsbrandweer opgeheven omdat de HEEMAF fabriek gesloten werd. De oudste motorbrandspuit van de HEEMAF bestaat nog. Deze werd namelijk in 2008 door de Stichting Historie Brandweer Hengelo verworven van een particulier in Tilburg. Op zaterdag 8 januari 2022 heeft Brandweermuseum Hoogezand de oudste motorbrandspuit gekregen van Stichting Historie Brandweer Hengelo.